Wanneer kinderen het moeilijk krijgen kan dit zich op diverse manieren uiten: angsten, gedragsproblemen, problemen op sociaal vlak, neerslachtigheid, lichamelijke klachten, ... Soms is de oorzaak van de problemen duidelijk. In andere gevallen moet er samen met de ouders en het kind gezocht worden naar de onderliggende dynamieken.
Soms kan een individuele kindertherapie aangewezen zijn. Dit is afhankelijk van de problematiek en wordt samen met de ouders bekeken. Individuele therapie bij kinderen omvat vaak een combinatie van spelen, tekenen en praten. Via spel en creatief bezig zijn tonen kinderen vaak wat ze denken en voelen. We krijgen meer zicht op hun binnenkant en op de moeilijkheden. Daarom wordt er hier mee gewerkt in de therapie, en wordt er veel belang gehecht aan de betekenis van het spel en de tekeningen.
Om meer zicht te krijgen op de problemen en een inschatting te maken of een kindertherapie aangewezen kan zijn wordt vaak gestart met een belevingsonderzoek. In een belevingsonderzoek wordt gepeild naar de innerlijke beleving (gevoelens, gedachten, verlangens) van het kind of de jongere. Men krijgt ook meer zicht op de persoonlijkheid of het karakter van het kind. Via tekenopdrachten, spelobservaties, gesprekken, ... wordt gepeild naar de binnenwereld van het kind. Waar zijn ze mee bezig? Wat baart hun zorgen? Hoe gaan ze om met problemen? Hoe gaan ze relaties aan? Vaak werpt een belevingsonderzoek een nieuw licht op de problemen.